Bijten in de opvang
Een natuurlijke fase

Vanuit de basis: waarom kinderen bijten
In de vroege ontwikkeling van baby’s en peuters speelt de mond een centrale rol. In de zogenaamde orale fase ontdekken jonge kinderen de wereld letterlijk met hun mond. Alles wordt verkend: speelgoed, knuffels, eten maar ook handen, armen en andere kinderen. Niet voor niets zorgen volwassenen ervoor dat kleine of breekbare voorwerpen buiten bereik liggen.
Wanneer de eerste tandjes doorkomen, is deze orale fase nog niet voorbij. Integendeel, het bijten krijgt nu een nieuwe betekenis.
Kinderen ontdekken dat bijten een directe reactie oproept bij de ander. Soms merken ze zelfs dat ze door te bijten iets kunnen bereiken, zoals het verkrijgen van bijvoorbeeld speelgoed. Bijten kan dus functioneel zijn, naast sensorisch en expressief.
Bijten als uiting van emoties
Een andere belangrijke reden voor bijtgedrag is het uiten van frustratie of overweldigende emoties. Bijten werkt op die momenten als een ontlading. Aangezien jonge kinderen hun emoties nog niet goed kunnen reguleren en zich vaak nog niet (voldoende) verbaal kunnen uitdrukken, grijpen ze terug op wat wél werkt. En bijten… werkt.
Het lijkt misschien ver gezocht, maar zelfs volwassenen bijten, figuurlijk dan. Denk maar aan momenten van extreme spanning. We bijten op onze lip, klemmen onze kaken op elkaar of voelen onze tanden op elkaar schuiven van woede. Het verschil? Wij hebben geleerd onze impulsen te beheersen. Kinderen nog niet.
Herkenbare casus uit de praktijk
Casus:
Liam (2 jaar en 3 maanden) speelt in de bouwhoek met blokken. Emma (2 jaar) wil meedoen en pakt een blok van Liam af. Liam gilt, rent op haar af en bijt haar in de arm. Emma huilt hard. De pedagogisch
medewerker is geschrokken, stelt Emma gerust en verzorgt haar arm. Liam kijkt afwachtend en lijkt verbaasd over de impact van zijn actie.
Analyse:
Liam uitte zijn
frustratie met een bijtactie, omdat hij nog niet in staat is zijn emoties onder woorden te brengen. Emma werd hierdoor gekwetst, zowel lichamelijk als emotioneel. Beide kinderen hebben begeleiding nodig: Emma in haar troost en herstel, Liam in het begrijpen van grenzen en emoties.
Wat kun je doen bij bijtincidenten?
1. Blijf rustig en professioneel
Een bijtincident roept vaak heftige emoties op bij de betrokken kinderen én volwassenen. Het is begrijpelijk dat je je boos, machteloos of zelfs schuldig voelt. Toch is het belangrijk om je eigen emoties bewust te reguleren. Jouw reactie bepaalt mede de beleving van het kind én hoe het incident verder verloopt.
2. Reageer krachtig en kort
Zeg direct en duidelijk:
“Bijten mag niet. Dat doet pijn.”
Je veroordeelt het gedrag, niet het kind. Benoem de impact zonder te dramatiseren. Richt je vervolgens op het kind dat gebeten is:
“Ik zie dat je in je arm gebeten bent. Dat doet pijn, hè? Je moet er ook van huilen. Kom, we gaan het even koelen.”
Volg de richtlijnen van de kinder-EHBO voor verzorging.
3. Geef aandacht aan het slachtoffer
Door je eerst te richten op het kind dat pijn heeft, leer je het bijtende kind indirect dat bijten geen effectieve manier is om aandacht te krijgen. Je voorkomt dat het negatieve gedrag per ongeluk beloond wordt.
4. Later: reflecteer met het bijtende kind
Wanneer het moment rustig is, kun je kort met het bijtende kind in gesprek gaan. Sluit aan bij de beleving van het kind:
“Ik zag dat je boos werd toen Emma jouw blok pakte. Je wist niet wat je moest doen, hè? Je wilde het terug. Maar bijten is niet oké. Dat doet pijn. Wat kunnen we de volgende keer doen als je boos bent?”
Zo help je het kind begrijpen wat het voelde, wat het deed, en wat het anders kan doen. Denk samen in oplossingen:
- Stampen op de mat als uitlaatklep.
- Een knuffel aanduiden als frustratie-uitlaat.
- Leren om te zeggen “nee” of hulp vragen.
Stem de aanpak af op de oorzaak van het gedrag (frustratie, onmacht, contact zoeken, zintuiglijke prikkelbehoefte) én de ontwikkelingsfase van het kind.
Voorkomen is beter dan bijten
Hoewel niet alles te voorkomen is, kun je met goede observatie en begeleiding veel situaties vóór zijn. Let op signalen van spanning, vermoeidheid of overprikkeling. Bied alternatieven aan voor spanning en help kinderen bij het oefenen van sociale vaardigheden.
Een veilige omgeving is er niet één zonder bijtincidenten, maar wel één waarin we ze begrijpen, begeleiden en voorkomen waar mogelijk.
Tot slot
Bijten is gedrag dat hoort bij de ontwikkeling. Het vraagt van ons als opvoeders en pedagogisch professionals een combinatie van kennis, empathie en doordachte actie. Door begrip te tonen, consequent te handelen en kinderen te helpen hun emoties te leren kennen en uiten, bouwen we samen aan een veilige en warme opvangomgeving.
Wil je meer informatie of heb je een specifieke hulpvraag over het gedrag van jonge kinderen?
Stuur gerust een bericht

